Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Neogotiek": blz. 326-327
- Blijdenstijn, Roland K.M. & Ronald Stenvert, Bouwstijlen in Nederland, 1040 - 1940. Utrecht, Antwerpen (Kosmos, Z & K Uitgevers), 1994. [128 blz. ISBN 90.215.2070.2]. Hierin "Neogotiek (1830-1910)": blz. 66-72
- Germann, Georg, Neugotik. Geschichte ihrer Architekturtheorie. Stuttgart (Deutsch Verlags-Anstalt), 1974. [248 blz. ISBN 3.421.02411.1.]
- Rosenberg, H.P.R., De 19de-eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland. 's-Gravenhage (Staatsuitgeverij), 1972. [227 blz.]
- Noordbrabants Museum, Naar gothieken kunstzin. Kerkelijke Kunst en Cultuur in Noord-Brabant in de negentiende eeuw. (tentoonstelling Noordbrabants Museum, 's‑Hertogenbosch, 31 augustus t/m 4 november 1979). 's‑Hertogenbosch (Noordbrabants Museum), 1979. [124 blz.]
- Peeters, C., "De neogotiek tussen nijverheid en kunst". In: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1991, blz. 356-380
- Woud, Auke van der, Waarheid en karakter. Het debat over de bouwkunst, 1840 - 1900. Rotterdam (NAI), 1997 [484 blz. ISBN 90.5662.0244.4]. Hierin o.a. blz. 46-54: "Spitsboogstijl" en "Christenkunst" (vroege neogotiek en romantiek, v.a. ca 1840)
- Keyser, Bert De, De ingenieuze neogotiek. Techniek & kunst 1852-1925. Leuven (Davidsfonds & Universitaire pers), 1997. [103 blz. ISBN 90.6152.635.3].
Zie verder volgende kaart